Maatregelen coronavirus
Informatie over de noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (de NOW) en vragen over de arbeidsvoorwaarden.
De NOW-regeling
In vervolg op de NOW 1.0 kan vanaf 6 juli 2020 de NOW 2.0 door werkgevers worden aangevraagd via de website van het UWV. Er zijn in de nieuwe regeling een aantal verschillen ten opzichte van de NOW 1.0. Deze verschillen zijn:
- het tijdvak waarover de subsidie kan worden aangevraagd ziet op vier maanden (juni tot en met september) in plaats van drie maanden;
- de loonsom over de maand maart wordt als referentie aangehouden waarop het voorschot wordt gebaseerd;
- de opslag voor de werkgeverslasten bedraagt 40%;
- er geldt een verbod op het uitkeren van dividend, bonussen aan directie en de inkoop van eigen aandelen;
- inspanningsverplichting werkgevers voor bij- en omscholing van werknemers.
Het is vanaf 7 oktober a.s. mogelijk om de vaststelling van de NOW 1.0 aan te vragen. Anders dan de eerdere berichten hoeft met het aanvragen hiervan niet te worden gewacht tot de definitieve vaststelling van de NOW 2.0 kan worden aangevraagd.
NOW 1.0
Op 31 maart 2020 heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de uitwerking van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (de NOW) bekend gemaakt. Het doel van deze maatregel is om werkgevers in deze tijd van zware en onverwachte terugval in omzet te ondersteunen bij het zoveel als mogelijk in dienst houden van hun werknemers. De overheid acht het van groot belang dat werkgevers hun werknemers met hun ervaring en kennis kunnen behouden voor hun organisatie, werkloosheid zoveel als mogelijk te voorkomen en werknemers zekerheid te bieden in deze onzekere tijden.
UWV opent loket 6 april om 09.00
Het NOW-loket opent maandag 6 april voor werkgevers. Je kunt vanaf 9.00 uur NOW-subsidie aanvragen met het aanvraagformulier dat dan op UWV.nl staat. De tegemoetkoming is voor de maanden maart, april en mei 2020. Van 6 april 2020 tot en met 31 mei 2020 kan je de aanvraag doen.
Checklist
Zorg dat je bij de aanvraag deze gegevens bij de hand hebt:
- bedrijfsgegevens: naam, adres, telefoonnummer, e-mail, gegevens contactpersoon.
- als je werktijdverkorting hebt aangevraagd: het zaaknummer. Dit nummer staat op de ontvangstbevestiging van het ministerie en bestaat uit 5 of 6 cijfers.
- loonheffingennummer. Let op: voor elk loonheffingennummer moet je een aparte aanvraag indienen.
- de 3 maanden waarover je minstens 20% omzetverlies verwacht.
- het verwachte percentage omzetverlies in die periode.
- het rekeningnummer en de tenaamstelling.
- Dit moet het rekeningnummer zijn dat de Belastingdienst gebruikt om te veel betaalde loonheffing terug te betalen. UWV maakt de tegemoetkoming alleen naar dat rekeningnummer over.
Let op: je kunt alleen een Nederlands adres en rekeningnummer opgeven.
Intentieverklaring
Op de aanvraag moet je een intentieverklaring ondertekenen. Hiermee verklaar je dat:
- je de juiste informatie heeft ingevuld en volledig bent geweest.
- je begrijpt en accepteert dat de bepalingen vanuit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn op de aanvraag.
- je bevoegd bent om het bedrijf te vertegenwoordigen.
- er geen surseance van betaling of faillissement is aangevraagd.
- je akkoord bent met het opslaan en het verwerken van de gegevens, volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Voorwaarden
De voorwaarde voor de tegemoetkoming is dat de werkgever een periode van 3 aaneengesloten maanden een omzetverlies van minimaal 20 procent heeft. Deze periode hoeft niet altijd te beginnen op 1 maart. Daarom kun je kiezen uit omzetverlies vanaf:
- 1 maart: je geeft dan het percentage omzetverlies door over maart, april en mei.
- 1 april: je geeft dan het percentage omzetverlies door over april, mei en juni.
- 1 mei: je geeft dan het percentage omzetverlies door over mei, juni en juli.
Je kunt dus bijvoorbeeld op 6 april een aanvraag doen voor omzetverlies over april, mei en juni. Maar je kunt ook op 30 mei een aanvraag doen voor omzetverlies over dezelfde periode.
Berekening omzetverlies
De berekening van het omzetverlies gaat op deze manier:
- Neem de totale omzet van 2019.
- Deel dit bedrag door 4. Dit is de gemiddelde omzet over 3 maanden.
- Vergelijk de verwachte omzet voor een van de periodes hierboven met dit bedrag.
Zie de veelgestelde vragen voor voorbeeldberekeningen.
Hoogte tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van de loonsom en het omzetverlies. De berekening gaat op deze manier:
- UWV neemt de totale loonsom van januari 2020.
Dit is het totale sv-loon dat de werkgever betaalt voor alle werknemers die bij hem in dienst zijn met een vast én met een flexibel contract. Hiervoor kijkt UWV naar de loonaangifte. Uitgangspunt zijn de gegevens die bij UWV bekend zijn op 15 maart 2020. Per werknemer geldt een maximum van € 9.538 per maand.
Als de werkgever per 4 weken betaalt: UWV verhoogt de loonsom van de eerste 4-wekenperiode in 2020 met 8,33 procent. Op deze manier ontstaat een maandbedrag voor heel januari.
Als de loonsom van januari 2020 nog niet bekend is, dan gaat UWV uit van de loonsom van november 2019. - De totale loonsom van januari verhoogt UWV met 30 procent.
Dit is om kosten zoals werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiegeld te compenseren. - UWV neemt X procent van de verhoogde loonsom, waarbij X gelijk is aan het percentage verwachte omzetverlies.
- De tegemoetkoming per maand is 90 procent daarvan.
Voorschot
80 procent van de tegemoetkoming betaalt UWV als voorschot. Dit voorschot betaalt UWV 3 maanden lang iedere maand. Hier kan UWV van afwijken en in 1 of 2 keer betalen. Mocht het bedrijf in de tussentijd stoppen, dan stopt UWV de betaling.
Definitieve tegemoetkoming
Achteraf berekent UWV met het definitieve omzetverlies de definitieve tegemoetkoming. Dat gaat als volgt:
- UWV berekent de definitieve tegemoetkoming. Dat doet UWV met het definitieve omzetverlies, en met de gemiddelde loonsom over maart, april en mei 2020. Is dit hoger dan de loonsom van januari? Dan gebruikt UWV de loonsom van januari.
- UWV vergelijkt de definitieve tegemoetkoming met het voorschot dat is betaald.
- Als het definitieve omzetverlies lager was, dan heeft de werkgever te veel ontvangen. Dan moet hij dit terugbetalen. Als het definitieve omzetverlies hoger was, dan heeft hij te weinig ontvangen. De werkgever krijgt dan een nabetaling van UWV.
Wanneer betaalt UWV?
UWV streeft ernaar om 2 tot 4 weken nadat de aanvraag is ontvangen de eerste betaling te doen. De aanvraag moet wel volledig zijn. De tweede betaling volgt ongeveer een maand daarna. En de derde betaling ongeveer een maand na de tweede betaling.
Verplichtingen
Als de werkgever een tegemoetkoming op grond van de NOW ontvangt, dan gelden deze plichten:
- Houd de loonsom zo veel mogelijk gelijk. Een dalende loonsom leidt tot een lagere tegemoetkoming. Houd werknemers, ongeacht de contractvorm, dan ook zo veel mogelijk in dienst en betaal het loon van de werknemers door.
- Dien geen ontslagaanvraag in bij UWV wegens bedrijfseconomische redenen. Doe je dit wel en trek je deze binnen 5 werkdagen niet in, dan heeft dit gevolgen voor de hoogte van de tegemoetkoming.
- Gebruik de tegemoetkoming alleen om de loonkosten te betalen.
- Informeer de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of de werknemers over de tegemoetkoming.
- Houd een administratie bij waarmee UWV kan controleren of je aan alle voorwaarden voor de tegemoetkoming voldoet. Bewaar dit tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming.
- Blijf de aangifte loonheffingen op tijd doen.
- Bel UWV als je informatie hebt die gevolgen heeft voor de tegemoetkoming. Bijvoorbeeld als je stopt met het bedrijf. De gekozen 3 maanden waarin je omzetverlies verwacht zijn niet meer aan te passen.
- Stuur UWV achteraf een accountantsverklaring met het definitieve omzetverlies. Er volgt nog informatie op UWV.nl hoe je deze verklaring moet aanleveren.
- Als de werkgever loonkostensubsidie ontvangt voor een werknemer: informeer de gemeente waarin de werknemer woont.
- Werk mee aan onderzoek van UWV als dat nodig is om een beslissing over de tegemoetkoming te nemen. UWV kan tot 5 jaar na de vaststelling van de tegemoetkoming onderzoek doen.
Als UWV vermoedt dat je toch geen recht heeft op de tegemoetkoming, dan kan UWV besluiten om de tegemoetkoming (nog) niet te betalen.
Oproepkrachten
De regeling geldt voor de loonkosten van werknemers met een vast én flexibel contract. Dus ook voor loonkosten van werknemers voor wie je geen loondoorbetalingsplicht hebt en die niet aan het werk zijn. Bijvoorbeeld werknemers met een oproep- of nul-urencontract.
Wijzigingen
Minister Koolmees heeft begin mei een aantal wijzingen op de NOW-regeling gepubliceerd. Deze wijzingen zijn als volgt:
De allereerste wijziging en daarmee ook de belangrijkste wijziging ziet op de wijze van het bepalen van omzetverlies binnen concerns. In eerste instantie was het zo dat als de groep waartoe een rechtspersoon behoort niet ten minste 20% omzetverlies had, de rechtspersoon geen beroep op de NOW-regeling kon doen, ook al had de rechtspersoon zelf meer dan 20% omzetverlies. Dat is nu aangepast. Deze rechtspersonen kunnen vanaf 5 mei 2020 toch de subsidie voor de loonkosten aanvragen. De eigen omzetdaling van de rechtspersoon is dan bepalend voor het recht op subsidie. De rechtspersoon zal daar wel een verzoek voor moeten indienen en er zijn ook een aantal nader benoemde voorwaarden aan verbonden. De rechtspersoon moet een overeenkomst sluiten met de vakbonden voor werkbehoud en in 2020 moet er worden afgezien van dividenduitkering, bonussen of de inkoop van aandelen voor zowel de rechtspersoon die de NOW-regeling aanvraagt als ook voor de moedermaatschappij.
De tweede wijziging ziet erop dat het niet meer noodzakelijk is dat de aanvrager van de NOW-regeling een Nederlands bankrekeningnummer heeft.
Vervolgens geldt er geen verplichting meer voor werkgevers die de NOW-regeling hebben aangevraagd en die recht hebben op loonkostensubsidie voor werknemers met een arbeidsbeperking om deze laatste subsidie te verrekenen met de NOW. Er hoeft daarom geen melding meer bij de gemeente te worden gedaan dat de werkgever de NOW-regeling toegewezen heeft gekregen.
Als laatste wijziging is doorgevoerd dat een werkgever die de NOW-regeling aanvraagt akkoord gaat met een eventuele openbaarmaking van informatie die de werkgever heeft verstrekt aan het UWV bij de aanvraag van de NOW-regeling. Het idee hierachter is dat met de NOW-regeling een fors beroep op de publieke middelen wordt gedaan en dat als gevolg daarvan transparantie over de besteding van deze middelen van groot belang is.
Veel gestelde vragen
Ja, de maatregelen gelden ook voor flexibele arbeidskrachten. Een oproepkracht valt hier dus ook onder.
Nee, dit maakt geen verschil. Ook voor oproepkrachten die nog maar kort, bijvoorbeeld twee maanden, in dienst zijn, kan de werkgever een beroep doen op de noodmaatregelen.
Voor het bepalen van het loon dat in deze periode aan oproepkrachten moet worden uitbetaald, wordt gekeken naar de referteperiode december 2019 tot en met februari 2020. Het gemiddelde over deze drie maanden zal in de periode waarop de subsidie ziet aan deze werknemers worden doorbetaald.
De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een periode van drie maanden waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier.
Er is gekozen voor een omzetberekening die eenvoudig is vast te stellen en goed controleerbaar is. Dit is nodig omdat de regeling eenvoudig moet zijn om snel grote aantallen aanvragen te kunnen behandelen. Daarin wordt in zekere mate met verschillende factoren rekeningen gehouden, maar niet met elke factor afzonderlijk, zoals seizoensinvloeden.
Als de reguliere werkzaamheden van werknemers volledig zijn weggevallen als gevolg van de crisis, dan kan de werkgever de werknemers verzoeken om andere werkzaamheden binnen de onderneming te gaan verrichten. De verwachting is dat in dit geval dan sprake is van een redelijk verzoek van de werkgever, gezien de omstandigheden. Kanttekening daarbij is dat moet worden geprobeerd de alternatieve werkzaamheden zo dicht mogelijk bij de eigen werkzaamheden van de werknemers te laten liggen.
Nee, als werkgever ben je niet verplicht om hiermee akkoord te gaan. Als de werknemer de vakantie heeft aangevraagd en de werkgever heeft deze geaccordeerd, dan staat de vakantie in principe vast. De werknemer kan dan niet eenzijdig zijn vakantiedagen intrekken en eisen weer aan het werk te mogen. Het feit dat een vakantie is geannuleerd, is niet per definitie een reden om als werknemer het verlof te mogen intrekken. Uiteraard kun je hierover wel overleggen met de werknemer. Als er voldoende werk is bij de werkgever dan kan de werkgever instemmen met het intrekken van het verlof. Als er niet/niet voldoende werk is, dan bestaat er geen verplichting om akkoord te gaan met het intrekken van het verlof.
Ja, dat mag. Er is voor een werkgever geen wettelijke plicht om reiskosten aan een werknemer te betalen. Als een werknemer in deze situatie thuis werkt en aldus ook geen reiskosten voor woon-werkverkeer maakt, is het redelijk om de reiskostenvergoeding stop te zetten. Het is wel aan te raden om de werknemers in te lichten over het stopzetten van de vergoeding.
Een van de hoofdregels voor het in aanmerking kunnen komen van de noodmaatregelen is, naast het doorbetalen van het salaris, dat er in de periode dat de maatregelen worden aangevraagd geen ontslagen wegens bedrijfseconomische omstandigheden mogen plaatsvinden. In de regeling is niets opgenomen ten aanzien van het beëindigen van een arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd dan het wel/het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Indirect zou daaruit kunnen worden afgelezen dat dit geen voorwaarden voor de subsidie zijn en zodoende zijn toegestaan gedurende de periode waarin de subsidie van toepassing is.
Ja, ook gedurende deze periode bouwen werknemers vakantiedagen op. Het opbouwen van vakantiedagen is namelijk gekoppeld aan de loondoorbetaling. Aangezien er in deze periode loon wordt doorbetaald, worden er ook vakantiedagen opgebouwd.
Nee, dat is geen ziekmelding. Als het in dat geval geen optie is om thuis te werken, dan moet de werknemer in principe naar kantoor komen.
Ja, als werkgever ben je wettelijk gezien verplicht om hiervoor zorg te dragen.