Per 1 januari 2019 is de Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG) ingevoerd als gevolg waarvan het verlof van werknemers van wie de partner is bevallen, is uitgebreid van twee dagen naar maximaal eenmaal de wekelijkse arbeidsduur. De partner heeft tijdens deze week geboorteverlof recht op volledige loondoorbetaling. De werknemer bepaalt zelf wanneer hij deze verlofdagen opneemt, als het maar binnen een periode van vier weken na de geboorte is. Voorheen was het niet van belang wat de arbeidsduur van de partner was, er bestond recht op twee dagen geboorteverlof. Vanaf 1 januari 2019 wordt er wel onderscheid gemaakt naar arbeidsduur. Indien een werknemer vijf dagen per week werkt, dan bestaat er recht op vijf werkdagen geboorteverlof. Indien een partner slechts één dag per week werkt, dan houdt de nieuwe wet een achteruitgang voor hem in, aangezien hij dan maar recht heeft op één dag geboorteverlof.
Vanaf 1 juli 2020 krijgt een partner naast deze vorm van geboorteverlof nog de mogelijkheid om vijf werkweken aan aanvullend geboorteverlof op te nemen. Het recht op dit verlof bestaat als de baby op of na 1 juli 2020 wordt geboren. Ook hiervoor geldt dat de duur van het verlof afhankelijk is van de arbeidsduur per week. Indien een werknemer bijvoorbeeld vier dagen per week werkt, bestaat er recht op maximaal twintig dagen aanvullend geboorteverlof. Deze dagen moeten binnen zes maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen. De verlofdagen hoeven niet aaneengesloten te worden opgenomen. Tijdens dit verlof ontvangt de werknemer geen loon, maar een uitkering van het UWV. De hoogte van deze uitkering is 70% van het loon met een maximum van 70% van het maximum dagloon. Voorwaarde voor het opnemen van deze verlofdagen is dat eerst de werkweek betaald geboorteverlof is opgenomen. De werkgever zal de aanvraag voor het aanvullend geboorteverlof bij het UWV indienen en zal de uitkering aan de werknemer gedurende het aanvullend geboorteverlof betalen.